maandag 28 oktober 2013

Een feeënsponde








Wat is ze bleek en stil
 ... Na duizend-en-één nachten
ligt op dit hunebed van steen
nog steeds een sprookjesfee te wachten
op wie haar wekken wil











* Alignements du petit Ménec

In de gemeente Trinité sur Mer, ten oosten van Kerlescan en in het verlengde van de alignements van Carnac, vond ik na wat speurwerk  temidden van een sprookjesachtig bos en badend in een schilderachtig licht - deze kleine schijnbaar vergeten site. Hier liggen - als door een reuzenhand uitgezaaid in zeven rijen - tussen de varens op hun bedje van mos een honderdtal verwaarloosde megalieten, de meesten overgroeid met klimop, alsof eeuwenlang geen mens hen nog heeft aanschouwd. 
Op wat gezang van enkele vogeltjes na, is het hier zo rustig en stil dat je amper durft te ademhalen en het je zelfs niet eens zou verbazen mochten er plotseling elfen, saters of dwergen uit boomholten tevoorschijn komen. Je fantasie gaat er meteen met alle rede aan de haal en het is dan ook onbegonnen werk om te trachten aan dergelijke dromerijen te weerstaan ... 

















maandag 21 oktober 2013

Schuilen voor de nacht (*)




















Na een klimtocht door een haast ondoordringbaar bos bevond ik me plots op de top van een heuvel temidden van de varens. Gezeten op één van de stenen - warm en zacht omwille van de begroeiing met mos - stelde ik me voor hoe het zou zijn om hier de nacht door te brengen. Misschien klinkt het vreemd, maar  wanneer ik me in de buurt van megalieten bevind, overvalt me steeds een soort gelatenheid en rust die ik moeilijk onder woorden kan brengen. Dit schitterende gedicht van Anton van Wilderode, dat ik vorige week tijdens een lezing voor de eerste keer hoorde, omschrijft het echter perfect in mijn plaats...



Het land der mensen (1952)

Ik lig in een landschap van heuvels alleen
met bloemen en water en gras;
de tijd liet mij los en liep ijlings heen,
nu ben ik een mosbed, een zwervende steen
of een vlijmscherpe splinter van glas.

Het water beneden maalt binnen zijn boord,
de bloem legt haar bloemenhart bloot;
als de wind herbegint is het grasvlak gestoord
met een snelle golf die vloeit blinkende voort
als de voorgolf, ineens van de dood.

Met de laatste mens is het laatste gesprek
op het zwijgen der dingen gestrand;
natuur graaft zich in onder herfstelijk dek;
de bomen staan naakt met een twijgenhek
voor een zeekim van zilver en zand.

Ik lig in de schoot van de heuvels alleen
en het licht van de zomer verdooft;
het water spoelt koud op zijn bodem van steen
en mijn hart, als van hoorn of elpenbeen,
stuwt zijn laatste bloed naar mijn hoofd.



Anton van Wilderode (1918 - 1998) 






Indien u in de buurt van het Waasland woont kan u donderdagavond a.s om 20.00 u in de bibliotheek van Sint-Niklaas, een lezing bijwonen over het werk van deze dichter, door Mevr. Beatrijs van Craenenbroeck, oprichter en secretaris generaal van de Internationale Vriendenkring Anton van Wilderode.





* L' allée couverte de Treal nabij Saint-Just-ille-et-Villaine

Men vermoedt dat ongeveer 450.000 jaar geleden in Bretagne de eerste keien werden geslepen door toen nog jagers-verzamelaars die door het gebied trokken, overblijfselen van de prehistorie, daterend uit het tijdperk van het vuur, zijn teruggevonden in gebieden die nu door de zee zijn ingenomen, in de ria's van Auray of de abers (zeearmen) van Noord-Finistère. De meeste sporen van beschaving zijn echter 10.000 jaar geleden verdwenen, wellicht tijdens het smelten van de grote gletsjers. Een gebeuren dat mogelijk de mythe van de verzonken steden verklaart, zoals die van de stad Ys in de baai van Douarnemez.

Na de jagers-verzamelaars gingen agrarische bevolkingsgroepen zich hier vestigen. Het begin van het Neolithicum. Om hun doden te eren, richtten deze gemeenschappen megalieten op; stapelden ze stenen op elkaar en bouwden ze grafgangen en –heuvels. Die kunst bereikte het hoogtepunt in de Vannetais, tussen het 5e en 2e millennium v.Chr. wat betekent dat sommige van deze werken dateren van 2500 jaar voor de bouw van de Egyptische piramides. De bekendste rijen met stenen bevinden zich in Carnac, gevolgd door die van Saint-Just.
Saint-Just voelt als een heilige plaats en wordt gekenmerkt door zijn droge heidevelden die door de mensen uit het Neolithicum verschillende millennia lang werden bezocht. Hier bevinden zich een voor Europa unieke verzameling megalithische monumenten die wel heiligdommen lijken.De overdekte gang van Treal (foto) een vermoedelijke begraafplaats vertoont (o.a. door de typische zijingang) overeenkomsten met soortgelijke monumenten in Denemarken en Noord-Duitsland. Ze bevindt zich op de top van een heuvel "de bult van Treal" genaamd. Wanneer je het pad beklimt dat vertrekt vanaf de autoweg kan je helemaal op de top deze rups van rotsblokken (uit puddingsteen van Montfort) ontdekken met een lengte van 15,5 en een hoogte van 1,2 m waarvan men in een oude legende beweert dat hier in de vroegste tijden een reuzenkind speelde en er zijn melktanden verloor.

Tijdens opgravingen werden potten, pijlpunten en oorhangers in bergkristal gevonden die dateren van 2500 voor Christus. Maar voorwerpen uit silex die er eveneens werden opgegraven tonen aan dat de rots van Treal al sinds 4000 jaar voor onze tijdrekening werd bewoond.






woensdag 9 oktober 2013

De oogst













... de kroon op het werk












De hofhouding in reidans, terwijl de graankoning rust.










Foto 1 : Menhir van Le Moustoir


Circa 3,5 kilometer ten noorden van Carnac en zuidwestelijk van het gehucht Le Moustoir ligt de tumulus 'Er Mané'; een gigantische grafheuvel van 89 meter lang, 40 meter breed en bijna 8 meter hoog. In het westen van de tumulus bevindt zich een dolmen en in het oosten twee hurkgraven. In het westelijke uiteinde van de tumulus is nog een hoekige kamer die jammer genoeg niet bezocht kan worden. De staande steen op de foto is de menhir van ongeveer twee meter en tien die op de top aan het oostelijke eind van de tumulus staat.





Foto 2 : Kerlescan: deel van de allignements van Carnac 















In drie grote alignements, over een afstand van ongeveer vier km, staan nog steeds meer dan 2700 megalieten. Deze stenen variëren sterk in grootte, talloze werden beschadigd of verdwenen. Sommige zijn verplaatst.


Oriëntering


De velden zijn elk op zich licht afwijkend, noordoostelijk georiënteerd. De oprichting is gesitueerd tussen 4500 en 2500 v.C.  Mogelijk werd het complex gedurende meerdere eeuwen uitgebreid. Sinds enkele jaren wordt deze site omgeven door een afsluiting om haar te behoeden voor bodemerosie - veroorzaakt door het grote aantal bezoekers dat hier jaarlijks voorbij komt - waardoor de stenen dreigden om te vallen.


Het kleinere alignement 'Le Petit Ménec', ten oosten van Kerlescan, is voorlopig nog niet omheind.





dinsdag 1 oktober 2013

Na de wende naar de winter.










☼ ☼
☼  ☼
☼ ☼ ☼
☼     ☼     

☼       ☼      ☼
☼          ☼   
 ☼             ☼           

☼                      
       ☼        
☼                                        

☼              

S u m m e r s e e d s ,

scattered in the lap of the earth
lie sound asleep and dream of rebirth
For all that's alive must come to dust
and winter 's a time to hope and trust
that once the struggle of light is done
we 'll all rise up by a kiss of the sun


By DagEnDauw                 




  ☼ 




Van levensbelang ...

Zaden zijn het begin van alle leven, het begin van onze voedselketen, zelfs 
het begin van onze beschaving. Daarom zou het logisch zijn dat ze deel uitmaken van ons gemeenschappelijk bezit.
Niets is minder waar. Zaden zijn de inzet van 
een commerciële machtsstrijd geworden.
Er is een wetsvoorstel dat het niet goed met ons voorheeft ...
Dit lezen is ten zeerste aangeraden. Wees niet onwetend
en verspreid deze woorden als zaden.








Meer over de Tumulus en "Allée couverte" van Kernours - Breizh (foto: In de buik van de dolmen)

Deze bevinden zich vlakbij het plaatsje Bono ten oosten van Carnac. De tumulus werd gebouwd rond 3.000 vóór Chr. en bestaat uit afwisselend megalieten, en met stenen opgevulde tussenruimtes die samen de muren en het dak vorm geven. Vijf opstaande stenen die het gewelf ondersteunen zijn versierd met afbeeldingen  (waaronder een "morgate" ; de lokale benaming voor een bepaald soort inktvis) in een stijl kenmerkend voor neolithische constructies.
Deze tumulus is een allée couverte of dolmen coudé; Deze vorm schijnt specifiek te zijn voor het kustgebied van de Golf van Morbihan, omdat slechts zeven dolmens van dit type bekend zijn, allen gelegen tussen de mondingen van de Loire en de Blavet . Enkel de grafkamer van de Tumulus de Kernours wordt nog door aarde bedekt. De overdekte wandelgang is 4 meter hoog en heeft een diameter van ongeveer 20 meter. De ingang ligt op het zuiden-oosten (in lijn met de opkomende zon tijdens de winterzonnewende) en biedt toegang tot een 12 meter lange gang die met een bocht naar rechts uitkomt in een grafkamer van 8 meter lang.
Archeologische opgravingen hebben heel wat interessante vondsten opgeleverd zoals vuurstenen, dolken en sieraden. Verder blijkt uit onderzoek dat aan het begin van de IJzertijd er zich rond de tumulus een zestal graven bevonden met een diameter van 10 tot 16 meter en bedekt met een heuvel van 0,50 tot 1,10 meter. In deze tombelles, die hier meer dan 2000 jaar na de neolithische grafheuvel werden aangelegd, zijn  rechthoekige grafkuilen met asresten gevonden.